Scroll naar beneden
Muziek als 
Iris Hond treedt niet alleen op in theaters, maar ook in
ziekenhuizen, opvanghuizen en andere zorginstellingen.
Daar speelt ze piano alsof haar leven – en dat van
anderen – ervan afhangt. “Met muziek kun je geen
ziekten genezen, maar het kan wel helpen.”
Door: Annemique de Kroon
Beeld: Anne Huijnen
lees verder
medicijn

‘Bij mijn concerten 
in ziekenhuizen en zorginstellingen komen 
veel emoties vrij’

Het gesprek vindt plaats in de lounge van Hotel Des Indes in Den Haag. De sfeer is rustig en voornaam en lijkt passend voor een klassiek geschoolde pianiste. Maar Iris Hond is geen doorsneemusicus. Ze leefde als tiener een paar maanden op straat, luistert graag naar progressieve rock en treedt niet alleen op in concertzalen maar ook in ziekenhuizen, verslavingsklinieken en verzorgingstehuizen.

Hoe heeft jouw jeugd je gevormd? 
“Mijn droom was om concertpianiste te worden. Daarom ben ik al jong het huis uitgegaan. Dat is een moeilijke tijd geweest. Ik ben misbruikt en was een paar maanden dakloos. Mijn tijd op straat was vaak supereenzaam, maar ik heb altijd gevoeld: dit ga
ik ombuigen, dit gaat mij voeden. Ik hield mezelf voor dat het zin had als ik het kon omzetten. Al schreef ik er maar over in mijn dagboek of maakte ik er een gedicht over, dan was het toch bruikbaar en waardevol geweest. Ik kan het nu goed romantiseren, maar het was natuurlijk wel een zware tijd. Van mijn leven op straat heb ik geleerd dat ik niet moet oordelen en dat iedereen een verhaal heeft. Luister naar mensen, kijk ze aan, vraag hoe het gaat, raak ze aan; dat heeft impact. Er zijn zo veel mensen die eenzaam zijn. Iedereen vecht met dingen. Mensen het gevoel geven dat ze er mogen zijn is heel belangrijk. Mensen zíén is misschien wel het beste medicijn.”

Welke impact hebben je optredens in ziekenhuizen?
“Muziek geeft troost en verlichting. Bij mijn concerten in ziekenhuizen en zorginstellingen komen veel emoties en tranen
vrij en mensen zijn ontzettend dankbaar. Ze zijn er even uit, hun hart kan even ontsnappen, naar een andere wereld, het ziekenhuis uit. De eerste keer dat ik op de afdeling oncologie van een ziekenhuis speelde, was daar een vrouw die mijn komst als een teken zag dat ze moest stoppen met haar medicatie. Ze wilde naar huis om te sterven. Door de muziek vonden zij en haar familie de rust voor dit bijzondere moment. Dit soort optredens en verhalen hebben natuurlijk ook een impact op mij. Ik sta open, juist omdat ik zo veel wil geven; ik ben gevoelig en alles komt binnen. Na afloop ben ik leeg en moe. Maar wel ontzettend voldaan.”


Waarin verschilt een optreden in een theater van een optreden in een ziekenhuis?
“In een ziekenhuis wil ik de muziek zo direct mogelijk naar de mensen brengen, zonder dat er iets tussen komt. Dat doe
ik door mezelf er helemaal tussenuit te halen, mezelf uit te schakelen. Alles staat in dienst van de muziek. Niets anders is op dat moment belangrijk. Op een podium speel ik ook met volledige overgave, maar daar speel je zelf ook een rol. Dan maak je je toch ook een beetje druk of je make-up en je haar goed zitten. In een ziekenhuis ben ik daar totaal niet mee bezig. Bij elk optreden geef ik alles van mezelf, maar in een ziekenhuis is het van levensbelang. Het zijn misschien de laatste klanken die de mensen horen. Vergelijk het met een knuffel: als ik iemand omhels, dan is dat altijd oprecht, maar je doet het toch met een ander gevoel als je weet dat het de laatste keer zou kunnen zijn.”

‘Van mijn 
leven op straat
heb ik geleerd
dat iedereen een
verhaal heeft’

Heb je die periode een plaats kunnen geven? 
“Ik moet nog altijd dealen met de gevolgen. Maar ook: ik lach bijna altijd en dat is niet gemaakt. Hoogleraar neuropsychologie
Erik Scherder vertelde me eens dat onderzoek liet zien dat bij kinderen die zich in een onveilige omgeving bevinden bepaalde verbindingen in de hersenen verbroken worden en dat pianospelen die verbindingen weer kan herstellen. Dat ik in die moeilijke tijd ontzettend veel piano heb gespeeld, heeft er volgens hem misschien wel voor gezorgd dat die verbindingen weer zijn hersteld.”

Op het conservatorium speelde je elke dag minimaal zes uur piano. Speel je nog steeds zo veel? 
“Ik ben wel fanatiek, ja. Of beter nog: gepassioneerd. Als ik niet speel, is het alsof ik niet eet. Dan voel ik me lusteloos. Het is een soort verliefdheid. Als ik naar bed ga, denk ik: ah, ik wou dat de nacht voorbij was, dan kan ik weer spelen.”

Je treedt vaak op voor mensen die ziek, dakloos of verslaafd zijn. Kan muziek een medicijn zijn?
“Muziek is een medicijn voor je hart, voor je emoties. Met muziek kun je geen ernstige ziekten genezen, maar het doet veel met mensen en kan zeker bijdragen. Bij demente ouderen is dat heel duidelijk; daar zijn mooie documentaires over gemaakt, zoals Alive inside. Muziek komt direct binnen, mensen zuigen het op als een spons. Muziek heeft invloed op je emoties, het is een uitlaatklep en kan rust en troost bieden. De muziek, maar ook de trillingen die vrijkomen, doet iets met mensen.”

Hoe kies je je repertoire voor die optredens?
“In een ziekenhuis of verzorgingstehuis speel ik geen heftige Rachmaninoff, maar zachte, rustige stukken: eigen werk, Cho-pin, Einaudi. Tijdens de voorbereiding thuis probeer ik aan te voelen of mijn muziekkeuze klopt, maar eigenlijk zijn deze optredens niet voor te bereiden. Je moet toch inspelen op het moment. Als er iemand naar me toe komt die wil zingen, dan doen we dat. Zo trad ik eens op voor demente ouderen en was er een vrouw die sinterklaasliedjes wilde zingen. Dat deden we en ze werd een totaal ander mens, ze kwam weer helemaal tot leven.”


Wat zou je doen als je moest kiezen: 
concertzalen of ziekenhuizen?
“Ik volg mijn hart en wil het graag allebei blijven doen: spelen in concertzalen én in instellingen. Het een inspireert en versterkt het ander. Toen ik die sinterklaasliedjes speelde, vond ik dat zo leuk en waren de reacties zo positief dat ik al bijna had toegezegd om elke zaterdag te komen spelen. Maar dan zouden mijn andere concerten in het gedrang komen. Om ervoor te zorgen dat ik in instellingen kan blijven spelen heb ik de Music for Shelter Foundation opgericht. Die stelt me in staat om verder te kunnen gaan met wat ik doe, maar ik wil méér. Vorig jaar speelde ik tijdens mijn jaarlijkse kerstdiner voor daklozen en minima. De kleine meisjes die er waren hingen aan mij en mijn piano. Via de stichting wil ik zulke kinderen toegang geven tot muziek. Voor hen kan muziek een medicijn met preventieve werking zijn.”

Topfit op tournee
“Vijf tot zes keer per week optreden, soms twee keer op een dag, is topsport. Om dat vol te houden leef ik als een atleet. Ik volg een speciaal dieet, met voor het concert veel koolhydraten en erna proteïnen om te herstellen. Na een concert ga ik op icepacks liggen, voor mijn spieren. Ik weet wat mijn lichaam nodig heeft om goed te werken. Een tijdje heb ik fanatiek gebokst, maar daar ben ik − met het oog op de concertreeks − mee gestopt. Ik zorg voor een goede conditie en doe aan cardio en krachttraining. Het is alsof ik meer leef als ik sport.”

Over Iris Hond
Pianiste Iris Hond (1987) studeerde in 2001 summa cum laude af aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Iris Hond speelt, zingt, componeert, maakt platen en geeft concerten. Naast haar optredens op podia speelt ze via de Music for Shelter Foundation ook in ziekenhuizen en zorginstellingen. Tot en met eind december 2018 toert ze langs Nederlandse theaters.

Muziek als 
Door: Annemique de Kroon
Beeld: Anne Huijnen
Iris Hond treedt niet alleen op in theaters, maar ook in
ziekenhuizen, opvanghuizen en andere zorginstellingen.
Daar speelt ze piano alsof haar leven – en dat van
anderen – ervan afhangt. “Met muziek kun je geen
ziekten genezen, maar het kan wel helpen.”
medicijn

Welke impact hebben je optredens in ziekenhuizen?
“Muziek geeft troost en verlichting. 
Bij mijn concerten in ziekenhuizen en zorginstellingen komen veel emoties en tranen vrij en mensen zijn ontzettend dankbaar. Ze zijn er even uit, hun hart kan even ontsnappen, naar een andere wereld, het ziekenhuis uit. De eerste keer dat ik op de afdeling oncologie van een ziekenhuis speelde, was daar een vrouw die mijn komst als een teken zag dat ze moest stoppen met haar medicatie. Ze wilde naar huis om te sterven. Door de muziek vonden zij en haar familie de rust voor dit bijzondere moment. Dit soort optredens en verhalen hebben natuurlijk ook een impact op mij. Ik sta open, juist omdat ik zo veel wil geven; ik ben gevoelig en alles komt binnen. Na afloop ben ik leeg en moe. Maar wel ontzettend voldaan.”


Waarin verschilt een optreden in een theater van een optreden in een ziekenhuis?
“In een ziekenhuis wil ik de muziek zo direct mogelijk naar de mensen brengen, zonder dat er iets tussen komt. Dat doe
ik door mezelf er helemaal tussenuit te halen, mezelf uit te schakelen. Alles staat in dienst van de muziek. Niets anders is op dat moment belangrijk. Op een podium speel ik ook met volledige overgave, maar daar speel je zelf ook een rol. Dan maak je je toch ook een beetje druk of je make-up en je haar goed zitten. In een ziekenhuis ben ik daar totaal niet mee bezig. Bij elk optreden geef ik alles van mezelf, maar in een ziekenhuis is het van levensbelang. Het zijn misschien de laatste klanken die de mensen horen. Vergelijk het met een knuffel: als ik iemand omhels, dan is dat altijd oprecht, maar je doet het toch met een ander gevoel als je weet dat het de laatste keer zou kunnen zijn.”

Het gesprek vindt plaats in de lounge van Hotel Des Indes in Den Haag. De sfeer is rustig en voornaam en lijkt passend voor een klassiek geschoolde pianiste. Maar Iris Hond is geen doorsneemusicus. Ze leefde als tiener een paar maanden op straat, luistert graag naar progressieve rock en treedt niet alleen op in concertzalen maar ook in ziekenhuizen, verslavingsklinieken en verzorgingstehuizen.

Hoe heeft jouw jeugd je gevormd? 
“Mijn droom was om concertpianiste te worden. Daarom ben ik al jong het huis uitgegaan. Dat is een moeilijke tijd geweest. Ik ben misbruikt en was een paar maanden dakloos. Mijn tijd op straat was vaak supereenzaam, maar ik heb altijd gevoeld: dit ga
ik ombuigen, dit gaat mij voeden. Ik hield mezelf voor dat het zin had als ik het kon omzetten. Al schreef ik er maar over in mijn dagboek of maakte ik er een gedicht over, dan was het toch bruikbaar en waardevol geweest. Ik kan het nu goed romantiseren, maar het was natuurlijk wel een zware tijd. Van mijn leven op straat heb ik geleerd dat ik niet moet oordelen en dat iedereen een verhaal heeft. Luister naar mensen, kijk ze aan, vraag hoe het gaat, raak ze aan; dat heeft impact. Er zijn zo veel mensen die eenzaam zijn. Iedereen vecht met dingen. Mensen het gevoel geven dat ze er mogen zijn is heel belangrijk. Mensen zíén is misschien wel het beste medicijn.”

‘Van mijn 
leven op straat
heb ik geleerd
dat iedereen een
verhaal heeft’

Heb je die periode een plaats kunnen geven? 
“Ik moet nog altijd dealen met de gevolgen. Maar ook: ik lach bijna altijd en dat is niet gemaakt. Hoogleraar neuropsychologie
Erik Scherder vertelde me eens dat onderzoek liet zien dat bij kinderen die zich in een onveilige omgeving bevinden bepaalde verbindingen in de hersenen verbroken worden en dat pianospelen die verbindingen weer kan herstellen. Dat ik in die moeilijke tijd ontzettend veel piano heb gespeeld, heeft er volgens hem misschien wel voor gezorgd dat die verbindingen weer zijn hersteld.”

Op het conservatorium speelde je elke dag minimaal zes uur piano. Speel je nog steeds zo veel? 
“Ik ben wel fanatiek, ja. Of beter nog: gepassioneerd. Als ik niet speel, is het alsof ik niet eet. Dan voel ik me lusteloos. Het is een soort verliefdheid. Als ik naar bed ga, denk ik: ah, ik wou dat de nacht voorbij was, dan kan ik weer spelen.”

Je treedt vaak op voor mensen die ziek, dakloos of verslaafd zijn. Kan muziek een medicijn zijn?
“Muziek is een medicijn voor je hart, voor je emoties. Met muziek kun je geen ernstige ziekten genezen, maar het doet veel met mensen en kan zeker bijdragen. Bij demente ouderen is dat heel duidelijk; daar zijn mooie documentaires over gemaakt, zoals Alive inside. Muziek komt direct binnen, mensen zuigen het op als een spons. Muziek heeft invloed op je emoties, het is een uitlaatklep en kan rust en troost bieden. De muziek, maar ook de trillingen die vrijkomen, doet iets met mensen.”

Topfit op tournee
“Vijf tot zes keer per week optreden, soms twee keer op een dag, is topsport. Om dat vol te houden leef ik als een atleet. Ik volg een speciaal dieet, met voor het concert veel koolhydraten en erna proteïnen om te herstellen. Na een concert ga ik op icepacks liggen, voor mijn spieren. Ik weet wat mijn lichaam nodig heeft om goed te werken. Een tijdje heb ik fanatiek gebokst, maar daar ben ik − met het oog op de concertreeks − mee gestopt. Ik zorg voor een goede conditie en doe aan cardio en krachttraining. Het is alsof ik meer leef als ik sport.”

Hoe kies je je repertoire voor die optredens?
“In een ziekenhuis of verzorgingstehuis speel ik geen heftige Rachmaninoff, maar zachte, rustige stukken: eigen werk, Cho-pin, Einaudi. Tijdens de voorbereiding thuis probeer ik aan te voelen of mijn muziekkeuze klopt, maar eigenlijk zijn deze optredens niet voor te bereiden. Je moet toch inspelen op het moment. Als er iemand naar me toe komt die wil zingen, dan doen we dat. Zo trad ik eens op voor demente ouderen en was er een vrouw die sinterklaasliedjes wilde zingen. Dat deden we en ze werd een totaal ander mens, ze kwam weer helemaal tot leven.”


Wat zou je doen als je moest kiezen: 
concertzalen of ziekenhuizen?
“Ik volg mijn hart en wil het graag allebei blijven doen: spelen in concertzalen én in instellingen. Het een inspireert en versterkt het ander. Toen ik die sinterklaasliedjes speelde, vond ik dat zo leuk en waren de reacties zo positief dat ik al bijna had toegezegd om elke zaterdag te komen spelen. Maar dan zouden mijn andere concerten in het gedrang komen. Om ervoor te zorgen dat ik in instellingen kan blijven spelen heb ik de Music for Shelter Foundation opgericht. Die stelt me in staat om verder te kunnen gaan met wat ik doe, maar ik wil méér. Vorig jaar speelde ik tijdens mijn jaarlijkse kerstdiner voor daklozen en minima. De kleine meisjes die er waren hingen aan mij en mijn piano. Via de stichting wil ik zulke kinderen toegang geven tot muziek. Voor hen kan muziek een medicijn met preventieve werking zijn.”

Over Iris Hond
Pianiste Iris Hond (1987) studeerde in 2001 summa cum laude af aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Iris Hond speelt, zingt, componeert, maakt platen en geeft concerten. Naast haar optredens op podia speelt ze via de Music for Shelter Foundation ook in ziekenhuizen en zorginstellingen. Tot en met eind december 2018 toert ze langs Nederlandse theaters.